maandag 30 juli 2012

Januari - Moed wordt tot verlossingskracht.


Januari
___________________________

21 december tot 21 januari

G
een begin zonder moed. Geen moed zonder waarheid.
De bron van ware moed is een beleving die verleden en toe­komst samenvat, want de waarheid is niet tijdgebonden. Vanuit het leven tussen dood en wedergeboorte brengen wij in het vóór ons liggende aardeleven de drang mee om de gevolgen van onze daden uit een vorig leven te verbeteren.
Deze gedachte die zich tot het verleden wendt, verbindt zich met een gedachte aan de toekomst: de vruchten van een vorig leven worden bij de geestelijke kiem van de mens ingelijfd, rijpen in het leven tussen dood en wedergeboorte en zullen, omgevormd tot aanleg en vaardigheden, verschijnen in een nieuw leven.
In het doorgronden van deze beide gedachten ontwikkelt zich het heden tot moment van moed. Zo'n moed, die in het innerlijk leven wordt voorbereid en in de ervaring van het lot wordt uitge­oefend, leidt tot de beleving van onsterfelijkheid. Zij is het vertrou­wend bewustzijn dat in een vorig leven de kracht wordt geput, die de betrokkene in de lotgevallen van een later leven voor de daarin voorkomende gebeurtenissen plaatst. Deze moed wordt de verlos­ser uit de broosheid van het met de dood doordrongen lichaam. Als drager van dit onsterfelijkheidsbesef wordt deze moed echter ook in de ontmoeting met lotgenoten voor hen de ver­wekker daarvan.

Zo wordt moed tot verlossingskracht.
      
Een meditatie die dit verlossingsvermogen versterkt, is het zich verdiepen in het lot als een gevolg van gebeurtenissen die men over zichzelf heeft afgeroepen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten