December
_____________________________
21 november tot 21 december
D
|
it inzichtelijk geduld beheerst de tong.
Want wie voorbarig spreekt en oordeelt,
beschadigt of verhindert het rijpingsproces dat de waarheid van de
wereldverschijnselen oplevert en dat zijn eigen doen als rijpe vrucht uit zijn
omgang met de wereldverschijnselen laat voortkomen. Wie spreekt zonder dit
rijpen af te wachten, drukt slechts subjectieve meningen uit over een wereld
die hem in wezen vreemd blijft. Dergelijke meningsuitingen mogen op bijval van
gelijkgezinden stuiten en vanwege hun overeenstemming met de gebruikelijke
opvattingen succes boeken. Ze zijn echter niet de waarheid die in gelatenheid
wordt verdragen en tot stand wordt gebracht. De waarheid is veeleer de geest
der dingen die in ons kennen de ogen opslaat. Het voorbarige woord schrikt hem
af. De beheersing van de tong laat de geest die stom en blind betoverd in de
dingen is, kijk- en spreekvaardig worden. Het in toom houden van de tong
bevrijdt de tong der creaturen die naar zulke onttovering snakken. Ze worden
onttoverd doordat hun wezen in onze zwijgzaamheid tot orgaan wordt, dat met
het oog op zijn betoverde toestand zichzelf verklaart. Daardoor kruisen en
wisselen wereld en zelf met elkaar, in tegenstelling tot de toestand van ons
normale bewustzijn, waarin ze uiterlijk en zonder verwantschap tegenover elkaar
staan. Het wezen der dingen wordt in de kennende mens tot orgaan van
beschouwing; de mens beleeft zichzelf, voor zover hij kent, als een over de
totaliteit der wereldverschijnselen uitgespreid wezen. In de beheersing van de
tong wordt niet de scheiding van wereld en zelf, maar hun kruising en wisseling
als waarheid ervaren. De beheersing van de tong is de vruchtbaarheid van de
menselijke kennis.
Zo wordt deze beheersing tot waarheidsgevoel.
Een meditatie van zulk waarheidsgevoel is:
Kent
de mens zichzelf,
Wordt
zijn zelf de wereld;
Kent
de mens de wereld,
Wordt de wereld zijn zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten